Ongewenste strategische afhankelijkheden
Het ministerie van IenW werk, volgens het kabinetsbeleid, aan het versterken van de ‘open strategische autonomie’ van Nederland. Dit gebeurt nadrukkelijk vanuit een Europees handelingsperspectief. Voor het kabinet betekent open strategische autonomie van de Europese Unie: ‘haar vermogen om als mondiale speler, in samenwerking met internationale partners, op basis van eigen inzichten en keuzes haar publieke belangen te borgen en weerbaar te zijn in een onderling verbonden wereld. Het streven hierbij is om zelf een relevante geopolitieke speler te zijn, en geen speelbal van andere grootmachten te worden.’
Het kabinet geeft de Nederlandse inzet op open strategische autonomie vorm met drie onderdelen:
- het langdurig versterken van de politiek-economische basis van de EU;
- het verkleinen van de risico’s van strategische afhankelijkheden;
- het vergroten van handelingsvermogen van de EU in de wereldpolitiek.
Deze onderdelen hangen met elkaar samen en versterken elkaar.
Het verminderen van de risico’s van strategische afhankelijkheden blijft een prioriteit. De focus ligt op het in kaart brengen van die afhankelijkheden en op het ontwikkelen van handelingsopties.
Een afhankelijkheid is risicovol en strategisch, als het betreffende product, de dienst of de technologie cruciaal is voor publieke belangen. Én als de kans op leveringsproblemen groot is, bijvoorbeeld door de relatie met het andere land.
Marktpartijen zijn eerst zelf verantwoordelijk voor het verkleinen van deze risico’s. De zorgplicht uit de Wwke verplicht kritieke organisaties om een overzicht te maken van hun leveranciers en dienstverleners. En om beleid te maken dat risico’s verkleint. Dit beleid moet schriftelijk worden vastgelegd. De overheid ondersteunt hierbij.
Dreigingen
De dreiging tegen Nederland is nog steeds groot, terwijl onze weerbaarheid juist afneemt. Daar waarschuwt de Nederlandse overheid al langere tijd voor. De Wet weerbaarheid kritieke entiteiten (Wwke) zegt in Artikel 9 lid 6 dat de Rijksoverheid relevante dreigingsinformatie moet delen met kritieke organisaties. Deze informatie helpt organisaties helpen om hun verplichte risicobeoordeling te baseren op actuele en relevante informatie.
Ook voor de economische veiligheid deelt de overheid informatie over dreigingen. Als vitale processen worden verstoord, kan Nederland minder goed functioneren. Dat is een directe bedreiging voor de economische veiligheid van ons land. Tegelijkertijd kunnen andere landen economische machtsmiddelen gebruiken om vitale processen te verstoren. Voorbeelden van thema’s waarbij dit speelt zijn:
- inkoop en aanbesteding;
- ongewenste medezeggenschap;
- kennisveiligheid;
- ongewenste strategische afhankelijkheden;
- heimelijke beïnvloeding;
- spionage.
Meer informatie op de dreigingen-pagina.